De eerste de beste quote in de bijlage over ogen die afgelopen dinsdag verscheen bij de Telegraaf, bevestigt helaas een hardnekkig misverstand: “bij de zelfstandige opticiens betaal je meer….”. Dat is natuurlijk lang niet altijd het geval. Vrijwel alle zelfstandige opticiens hebben een breed (prijs)aanbod en ook voor een betaalbare bril kan de consument er prima terecht. Jammer en hopelijk de laatste keer dat dit op deze wijze in de krant komt. Ik zelf mocht nog eens uitleggen waarin de zelfstandige opticiens zich (zouden moeten) onderscheiden van het grootwinkelbedrijf. Keyword in dat interview is innovatie. Verder geeft de bijlage vooral veel informatie over macula degeneratie en blindheid en wordt er, mede dankzij een paginagrote advertentie van Goed voor Ogen, uitvoerig ingegaan op het belang van goede voeding.
Zienrs plaatste een advertentie en gaat daarin op de inmiddels vertrouwde agressieve manier te keer tegen collega-opticiens en consumenten die het allemaal niet begrijpen. Collega’s vinden volgens Zienrs certificeren “gedoe” en de consument is er “kind van de rekening” als gevolg van ingesleten fouten en gewoontes. Dat zijn best boude uitspraken. De consument wordt voorgehouden dat het “vreemd” is als hij of zij een fietsbril bij de fietswinkel koopt. De auteurs gaan daarbij gemakshalve voorbij aan de reeds decennia geleden ingezette branchevervaging en aan het feit dat je bij zo’n fietswinkel niet zelden wordt geholpen door een gepassioneerde medefietser met veel kennis van zaken die uit eigen ervaring weet wat goed en niet goed is. Opticiens met diezelfde passie voor sportbrillen verkopen ze ook en met veel plezier.
Ik kocht zelf vorige week nog een paar luxe sneakers in een trendy herenkledingzaak en had echt niet het gevoel dat ik daarmee een schoenenwinkel te kort deed. Deze ondernemer heeft in deze exclusieve schoenenlijn geïnvesteerd, het past perfect binnen zijn assortiment en de verkopers zijn heel goed op de hoogte. Dat bewijst maar weer eens waar het allemaal om draait. De consument vindt, mede dankzij moderne communicatiekanalen én de nog altijd heel belangrijke mond-op-mond reclame, zijn weg heus wel naar de beste winkels op ieder gebied. Daar treft hij een fantastisch assortiment dat bij zijn smaak past, een fijne sfeer, “beleving” en gepassioneerde medewerkers met kennis van de producten. Net als bij veel andere ambachten komt daar in de optiek nog een flinke dosis technisch vakmanschap, ervaring en deskundigheid bij. Persoonlijke voorkeur én het beschikbare budget zijn daarnaast natuurlijk ook belangrijke factoren. Niet iedereen kan of wil zich (altijd) het beste veroorloven. Dat neemt niet weg dat goede voorlichting altijd zinvol is en dat er in de optiek nog heel veel te vertellen is.
Kwaliteit is echter een rekbaar begrip en wat de één fantastisch vindt, beschouwt de ander wellicht als inferieur. Kijk maar naar de successen enerzijds van IKEA, H&M, Zara, Suitsupply, Primark en Action en anderzijds die van luxe concerns als Hermès, Apple, Chanel, Cartier, Rolex en tal van anderen. Hermès, Apple en Chanel zijn natuurlijk niet groot geworden door de klant te vertellen dat wat ze bij Ikea, Dell en H&M kopen, niet goed zou zijn. Dat is ook niet nodig want de producten, de winkels, de verleidelijke communicatie, events en zelfs productlanceringen spreken voor zich. En datzelfde geldt voor die fantastische lokale “kaaswinkel” waar je graag koopt ook al ben je er wat meer kwijt. Iedere consument kan op ieder moment kiezen uit al dat aanbod en dat is maar goed ook.
Aan ieder merk en aan iedere winkel, restaurant, hotel of anderszins de taak de consument te verleiden. Dat is het spel en dat kan in de optiek natuurlijk nog veel beter gespeeld worden. We gaan het niet winnen door wat we doen alleen nog maar beter te doen, we gaan het winnen als we gaan beseffen dat we het ook anders moeten doen. Juist daarvan zagen we in deze krant weer heel weinig terug want verleidelijk zag het er allemaal natuurlijk niet uit. Wellicht was het interessant voor ons als betrokkenen maar voor de consument had deze bijlage wel heel erg weinig toegevoegde waarde.