Afgelopen week vierde G-Star in Amsterdam het 30-jarig bestaan. Dat ging gepaard met een uitgekiende PR-campagne en paginagrote interviews met CEO Rob Schilder in verschillende grote kranten. Daarin kondigt hij aan dat het merk de komende tijd weer meer in Nederland gaat investeren. Dat is nodig ook want de afgelopen jaren gingen de budgetten vooral naar het buitenland waardoor het merk in Nederland een beetje onzichtbaar werd. En zegt Schilder ‘wie uit beeld verdwijnt bij zijn klanten, raakt omzet kwijt’. Waar vroeger de verkoop aan andere winkeliers het belangrijkst was, komt de omzet nu bovendien veel meer dan voorheen uit de eigen winkels en uit webshops en rechtstreeks communiceren met de consument kost geld. Vooral ook omdat die consument zich vooraf veel beter informeert op internet en minder voorspelbaar is. In die eigen winkels is het vooral de kunst om met een zo laag mogelijke voorraad, een zo hoog mogelijke omzet te halen. Analisten bepalen op basis van cijfers wat er wanneer naar welke winkels gaat. Daar komt geen buikgevoel aan te pas. Schril contrast dus met de (zelfstandige) optiek waar de voorraden vaak veel te hoog zijn en er veel te weinig op cijfers gestuurd wordt. De voorkant van het bedrijf mag en moet bij G-Star nog steeds rock ’n roll uitstralen maar aan de achterkant is daarvan weinig terug te vinden en wordt het bedrijf strak geleid. Mooi verhaal waar iedere zelfstandige retailer van kan leren. Meer en vooral ook betere zichtbaarheid online, minder buikgevoel, minder voorraad, de hardlopers altijd in huis, het zijn zo maar een paar onderwerpen waaraan iedere retailer aandacht zou moeten besteden.
Minder voorraad, hogere omzet
Previous post: En nog meer beurzen..
Next post: Hoe zou het inmiddels met Kering zijn?