Het begon allemaal met Warby Parker in de Verenigde Staten dat in Nederland werd gekopieerd door Ace & Tate dat op haar beurt nu niet alleen wordt gekopieerd maar ook wordt beconcurreerd door nieuwe spelers op de (online) markt. Want wie bepaalt dat 98 euro een faire prijs is? Niet Ace & Tate vinden ze bij Polette dat meent dat het nog veel goedkoper kan en daar denken ze bij Charlie Temple, dat nog moet beginnen, net zo over. Die vragen voor eenzelfde soort product minder dan 30 euro. En zo wordt Ace & Tate binnen een paar jaar met de eigen wapens om de oren geslagen en verandert het van de jager in het wild. Zo gaat het overigens vaak met internetspelers. Interessant om te zien hoe dat zich gaat ontwikkelen nu iedere slimme (of niet zo slimme) zakenman denkt dat er online met goedkope brillen veel geld te verdienen is. Of dat zo is, moet nog maar blijken. Hoofdrolspeler Warby Parker begint niet voor niets steeds meer op de eerst zo verfoeide gevestigde orde te lijken. Een bril met glazen kost bij Warby Parker nu niet meer altijd maar vanaf 95 dollar en die prijs kan voor een enkelvoudige bril oplopen tot 195 dollar en voor een multifocale versie zelfs tot 395 dollar. Geen of nauwelijks verschil meer met iedere andere opticien dus! De Nederlandse online aanbieders hebben die slag nog niet gemaakt. Die vertellen allemaal exact hetzelfde verhaal, hebben allemaal eenzelfde collectie, steunen allemaal een vergelijkbaar goed doel en richten zich allemaal met dezelfde look & feel op dezelfde doelgroep. Kortom, ze kopiëren allemaal Warby Parker. Ze hebben ook allemaal dezelfde problemen. Hoe komen klanten aan een betrouwbaar brilvoorschrift, hoe maak je klanten blij zonder de bril af te passen en hoe hou je de kosten in de hand op het moment dat je de eerste twee problemen probeert op te lossen door eigen (pop-up) winkels te openen?! Die eerste twee problemen nemen bovendien exponentieel toe als je niet alleen enkelvoudige glazen verkoopt maar je ook aan multifocaal waagt. Dat is vragen om problemen! Tegelijkertijd verschijnen er links en rechts steeds meer analyses die aantonen dat meer en meer webshops het niet gaan redden en ten onder gaan aan dit soort ongenadige prijsoorlogen. Ze strooien graag en veel met omzet- en groeicijfers maar laten zelden iets los over de winst of het verlies. Dat laatste is trouwens vaker het geval dan het eerste. How low can you go als het om brillen gaat? Een simpel acetaat montuur van het soort dat online wordt aangeboden is voor het oog gemakkelijk na te maken. De eventuele kwaliteitsverschillen zijn op het eerste gezicht te verwaarlozen maar de kenners weten beter. Met de kosten van goed opgeleide medewerkers en winkelpanden op goede locaties is minder gemakkelijk te marchanderen. Een goede gevestigde opticien kan in de mix gerust ook “goedkope” brillen aanbieden maar wie denkt optiekwinkels te kunnen exploiteren met een gemiddelde prijs van 98 euro of zelfs 29 euro, zou zich op termijn weleens flink in de vingers kunnen snijden. Een bril is een complex product en goed zien vraagt vakmanschap. De (zelfstandige) opticiens lijken daarom in het voordeel en hebben alle tools in huis om de online cowboys de loef af te steken. Ze moeten het alleen nog even goed organiseren maar daar wordt aan gewerkt. De komende jaren gaan het uitwijzen en wij volgen de ontwikkelingen uiteraard op de voet!
Keert de wal het schip?
Previous post: Voor elk wat wils in Milaan
Next post: Fielmann en Sunglass Hut breiden uit