Gisteren publiceerden we een interview met Giovanni Zoppas van Thélios. De komst van die nieuwe joint venture en die van Kering Eyewear markeert een interessante ontwikkeling in de markt. Samen hebben Kering en LVMH (aandeelhouder in Thélios) een groot deel van de luxe markt en belangrijkste modemerken in handen. Zowel LVMH als Kering investeren vermogens in de naamsbekendheid en populariteit van hun merken. Tot voor kort gaven beide luxe concerns licenties aan brilfabrikanten maar dat model zou over niet al te lange tijd weleens de prullenbak in kunnen. Geen licenties meer maar eigen brillendivisies die hun monturen en zonnebrillen overal kunnen laten maken of er zelf fabrieken voor bouwen zoals Thélios al gedaan heeft. Als beiden beslissen de (zonne)brillen voor al hun merken zelf te ontwikkelen zal dat uiteraard gevolgen hebben voor de brilfabrikanten die nu grotendeels van zulke licenties afhankelijk zijn. En mogelijk ook voor de distributie van de brillen. Zowel Thélios als Kering hebben immers aangekondigd selectiever te willen leveren aan winkels die meer bij het profiel van hun (mode)merken passen. Of dat in de versnipperde optiekmarkt met veel kleine winkels ook echt gaat lukken, is nog de vraag maar de intentie is er. Het zou de grotere, goed gepositioneerde optiekzaken met een duidelijk profiel kunnen helpen zich nog beter te profileren en de verschillen tussen dat soort winkels en de traditionele optiekzaak kunnen versterken. Want een heldere missie, een afgewogen en zorgvuldig samengestelde collectie, innovatieve oogzorg, een unieke winkel beleving én goede communicatie op basis van slimme (online) database marketing lijken op dit moment de belangrijkste ingrediënten voor succes. Sterke merken met een enorm marketingbudget zoals die van Kering en Thélios (LVMH) kunnen daaraan een belangrijke bijdrage aan leveren.
Gaan Kering en Thélios bijdragen aan de positionering van de zelfstandige opticien?
Previous post: Negen vragen aan Giovanni Zoppas
Next post: Optitrade Day geeft stof tot nadenken