Het is een trend in de politiek waar steeds vaker de uitersten tegenover elkaar staan en van het ooit zo stabiele midden weinig meer over is en het lijkt ook een onvermijdelijke ontwikkeling in de retail. Polarisatie. Deze week werd bekend dat Intertoys waarschijnlijk uit het straatbeeld verdwijnt en de Telegraaf kopte gisteren dat de keuze tegenwoordig is tussen ‘supergoedkoop’ of superdeluxe’. De cijfers lijken de krant gelijk te geven. Aan de onderkant zetten Primark, Action, H&M en een keur aan andere goedkope ketens de toon en aan de bovenkant floreren de luxe merken. Zowel Kering als LVMH, die samen een groot deel van alle luxe merken bezitten, publiceerden double digit groei- en winstcijfers en lijken vooralsnog weinig last hebben van de naderende Brexit, handelsoorlogen, haperende economieën en wat dies meer zij. In de optiek zien we dezelfde trend. Eerder deze week schreven we nog over de oncomfortabele positie van de ketens in het midden. Want in alle branches is de concurrentie moordend en zowel hoog als laag kan alleen overleven als het de verwachtingen waarmaakt. Dus moeten Primark en de Action maar ook Charlie Temple super goedkoop zijn en moeten de luxe modemerken als Gucci, Chanel en al die anderen hun torenhoge prijzen iedere dag waarmaken door een overkill aan beleving, verleiding en added value te leveren. Even niet opgelet of de verkeerde keuze gemaakt en je bent uit de gunst van de veeleisende consument. De optiek is lang buiten schot gebleven maar inmiddels gelden er dezelfde wetten. De goedkoopsten moeten echt goedkoop zijn en kunnen niet stiekem een beetje upgraden, de zelfstandigen zullen in de toekomst veel meer toegevoegde waarde moeten leveren om hun meerprijs waar te maken. Het kan allemaal maar het spel is op de wagen en wie er nu niet over nadenkt en ernaar handelt, doet straks niet meer mee.